Week 11 | Spoorlaan 330-332, twee voormalige woonhuizen

Ze zijn beide rijksmonument en dat is te zien ook. ‘Twee voormalige woonhuizen in neorenaissancestijl met artnouveaudetails’ zo vat de redengevende omschrijving de kwaliteit van deze huizen samen. De panden hebben een symmetrische opbouw. Prachtige verdiepingshoge houten erkers met daarboven smeedijzeren hekwerken in artnouveaustijl. Er valt heel veel te beleven bij het kijken naar deze gevel. De woningen zijn in drie lagen inclusief souterrain gebouwd. De zolderverdieping daarboven wordt afgedekt met een mansardekap die aan de zichtbare kant belegd is met leien. Het middentravee, waarin de twee hoge en tegelijkertijd smalle maar ook tredeloze voordeuren zich bevinden, wordt aan de bovenzijde bekroond door een topgevel. De beide andere travees met daarin de hoge raampartijen hebben dakkapellen met timpanen als bekroning. De gevel is gemetseld in een rode strengperssteen met regelmaat aangevuld of onderbroken door wit geschilderde cementen speklagen. De interieurs van de huizen zijn nog grotendeels authentiek.

De opdrachtgever van deze bouw is niet bekend omdat in het bouwjaar 1904 het gemeentelijk bouwarchief nog niet functioneerde. C.F. van Hoof, de architect van onder meer het Cenakel, is naar alle waarschijnlijkheid de ontwerper van de woningen geweest.