Stadhuisplein, bushokjes

Eén van de twee bushokjes wachtend op de terugkeer van zijn evenknie. Op de achtergrond het Kantongerecht, beide gemeentelijk monument. Foto: Rob Meijer, vóór 1980

Van de twee bushokjes die Joop Beljon in 1973 ontwierp staat er momenteel één in de opslag te wachten op herplaatsing. Ze behoren tot het beste wat Tilburg uit die tijd bezit.

Net als de fontein in de vorige aflevering zijn ze gemaakt van ‘Béton Brut’: beton dat niet glad is gemaakt maar nog afdrukken vertoont van de houten bekisting waarin het gegoten werd. Het oppervlak wordt zo verlevendigd. Aan dit effect ontleende het Brutalisme zijn naam, een internationale stijl in de architectuur die na een halve eeuw weer op erkenning mag rekenen. Het combineert zwaarte met luchtigheid en speelsheid. De dragende en de liggende delen van ieder bushokje zijn een klein beetje los van elkaar gezet waardoor dit oerprincipe tegelijk iets van een wankel kaartenhuis heeft, oorspronkelijk zweefden ze ook net boven het trottoir. In de dakplaat zit een verloop wat de bouwsels haast aërodynamisch maakt, passend bij hun functie langs de drukke cityring. In die moderne wereld doet de stoere ketting die het regenwater afvoert echter weer primitief aan.  

Eigentijdse verworvenheden in een jasje uit een ver tijdperk, in de tv-serie ‘de Flintstones’ zouden ze niet misstaan. “Yabba-Dabba-Doo!”

Over het monument

Stadhuisplein
5038 TB  Tilburg