Willem II-straat 37, vm. patriciërshuis

Dit pand is rond 1885 gebouwd in een eclectische stijl. Architect en opdrachtgever zijn niet bekend.  Het is een gemeentelijk monument.

Deze keer komen we in de monumentenbeschrijving een nieuw woord tegen, ‘geison’, in de volgende zin: ‘Een zwaar bewerkte kroonlijst met gestoken geison en een bewerkte fries met consoles ter ondersteuning van de goot.’  Een ‘geison’ is dan ‘een uitspringende geprofileerde lijst die het fries en de gootlijst van elkaar scheidt. Hier is het dan het witte broderierandje direct onder de gootlijst.

We zien weer een gevel vol regelmaat met tien bijna identieke gevelopeningen, beneden met vierkant geschouderde stuukwerklijsten en boven lijsten met schouders die iets afhangen. De cordonlijst onder de vensters op de tweede bouwlaag verspringt en wordt geaccentueerd door een muizentandenversiering. Een sobere koetsiersgroene voordeur vormt het middelpunt van de symmetrie.  De dakkapel valt buiten deze symmetrische orde.

In 1913 liet de toenmalige eigenaar Vincent van Spaendonck, van beroep wollen-stoffenverver, architect Jan van der Valk een tuinkamer aanbrengen.  In 1922 was Fr. Mutsaerts-Kerstens de eigenaar die architect F.C. de Beer een badkamer boven die tuinkamer liet aanleggen. In 1942 kregen vrouw en kinderen van Minister Max. Steenberghe hier onderdak, toen hij in Amerika zat. In 1958 heeft de GGD er even gezeten. Het huis wordt nu bewoond.